Languit lag ik, op een vuilniszak, op de grond, mijn camera voor me op de rijstzak en de afstandsbediening in mijn hand. Voor mij stond een paddenstoeltje, een wonderschoon Hazenpootje. Van alle kanten had ik het pootje bekeken en de juiste compositie gekozen. Takjes en storende blaadjes allemaal verwijderd.
Tijdens dit proces reed een auto me voorbij, hallo, goedemorgen en de auto reed verder. Een oud Staphorster boertje ging even zijn koeien controleren langs het pad.
In opperste concentratie ging ik verder met fotograferen, en opperste concentratie betekend bij mij; niets meer horen of zien behalve het paddenstoeltje.
Ik schrok mij dan ook een gigantische punthoed toen ineens een stem vlakbij zei:
Deerntje, wat bin je toch aan het doen, bin je eikels garen?
Het moest even tot me doordringen wat het boertje tegen me zei, en ik schoot in de lach. Nee, ik ben een paddenstoel aan het fotograferen, kijk, een Hazenpootje. Het boertje keek even nadenkend naar het paddenstoeltje en antwoorde een beetje sceptisch, tja, dat is een mooi paddenstoeltje, maar eikels garen levert meer op.
Ik moest hem gelijk geven, eikels verkoop je makkelijker aan een varkensboer dan een foto van een paddenstoeltje.